79-jarige man uit Alblasserdam veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf

DORDRECHT • De rechtbank heeft dinsdag een 79-jarige man uit Alblasserdam veroordeeld voor het doodschieten van een 74-jarige man in een villa in Kinderdijk. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van twaalf jaar.

De officier van justitie ging er van uit dat de verdachte een duidelijk plan had om het slachtoffer te doden en ging uit van moord. De rechtbank is van oordeel dat er voor het bestaan van een dergelijk plan te weinig bewijs is. Juridisch gezien wordt het doodschieten van het slachtoffer daarom als doodslag gekwalificeerd, en niet als moord.

De verdachte was al jaren werkzaam voor de bewoonster van de villa en werd gezien als de ‘klusjesman’. Er was ook sprake van een vriendschappelijke relatie tussen de bewoonster en de verdachte. Ze maakten vaak samen wandelingen en dronken koffie. Er zijn volgens de rechtbank aanwijzingen dat de verdachte gevoelens ontwikkelde voor de bewoonster.

De bewoonster van de villa lag in de nacht van 2 december 2022 met het latere slachtoffer in bed. Ze heeft in eerste instantie verklaard dat een zwarte schim haar slaapkamer binnenkwam. Die schim heeft haar vriend doodgeschoten en er zijn sieraden uit de woning meegenomen. Later heeft de bewoonster contact met de politie opgenomen en haar verklaring aangepast. Ze heeft de politie verteld dat het de verdachte was die haar slaapkamer binnenkwam en het dodelijke schot heeft gelost.

De rechtbank acht de aangepaste verklaring van de bewoonster geloofwaardig en betrouwbaar, maar die is op zichzelf niet voldoende voor een veroordeling. De verklaring wordt ondersteund door ander bewijs. Zo zijn er camerabeelden waarop de auto van verdachte in de buurt van de woning te zien is, kort na het moment waarop er geschoten zou zijn. Dit, samen met ander bewijsmateriaal, zoals de schotresten in de auto en de gewiste belhistorie van de verdachte, draagt bij tot de bewezenverklaring voor doodslag.

De rechtbank legt een celstraf op van 12 jaar. Ook moet de verdachte aan de nabestaanden tienduizenden euro’s aan materiële en immateriële schadevergoedingen betalen. De verdachte en het openbaar ministerie hebben twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan.